FITeens Toolkit

8 Sevil et al. (2019) hebben betoogd dat veel van de gezondheidsinterventies op scholen gericht waren op één enkel gezondheidsgedrag, waarbij ze niet-significante of kleine effectgroottes rapporteerden. Recentelijk zijn onderzoekers daarom overgestapt van interventies gericht op het veranderen van één enkel gezondheidsgedrag naar interventies gericht op het gelijktijdig veranderen van meerdere gezondheidsgedragingen. De grondgedachte hierachter ligt in het feit dat ongezond gedrag met elkaar verbonden lijkt te zijn en dat veel van deze gedragingen gemeenschappelijke determinanten hebben, wat de ontwikkeling ondersteunt van interventies die meerdere gedragingen tegelijkertijd aanpakken (Busch et al., 2013). Bovendien is het heel gebruikelijk dat schoolpersoneel zich overweldigd voelt door het steeds groter wordende aanbod van interventieprogramma ‘s, vooral omdat ze worden geconfronteerd met het overvolle onderwijsaanbod en beperkte mogelijkheden om deze programma's uit te voeren. Daarom kunnen interventieprogramma's die meerdere risicogedragingen efficiënt aanpakken, de belasting voor scholen en leerkrachten verminderen. Daarom zou de benadering van meervoudige gezondheidsgedragsinterventies meer effecten op de gezondheidswinst kunnen hebben dan interventies op enkelvoudig gedrag (Peters et al., 2009). Volgens Busch et al. (2013) moeten naast de schoolomgeving zelf ook gezinnen en gemeenschappen bij de schoolbrede benadering van gezondheidsbevordering worden betrokken. De betrokkenheid van gezinnen en gemeenschappen zorgt ervoor dat de interventie wordt geïntegreerd in de meeste aspecten van het leven van de leerlingen. Andere kenmerken van een schoolbrede aanpak zijn de fysieke omgeving van de school, zoals het creëren van een gezonde schoolkantine of het verwijderen van snoepautomaten en het voeren van een gezond schoolbeleid , zoals een niet- roken schoolplein. Een recente studie van Sevil et al. (2019) onderzocht de effectiviteit van een op de middelbare school gebaseerde interventie op