FITeens Toolkit

19 Dagelijkse fysiek activiteit wordt beschouwd als een belangrijk onderdeel van het leven van kinderen en adolescenten. Volgens de WHO (2020) is fysieke activiteit elke lichamelijke beweging die door skeletspieren wordt geproduceerd en waarvoor energieverbruik nodig is. Het wordt aanbevolen dat kinderen en adolescenten van 5-17 jaar gedurende de week ten minste gemiddeld 60 minuten per dag aan matige tot zware intensiteit, voornamelijk aerobe fysieke activiteit, doen . Voorbeelden van activiteiten die als aeroob zijn geclassificeerd, zijn wandelen, hardlopen, fietsen, dansen en zwemmen. Bovendien moeten activiteiten die de spieren versterken minstens 3 dagen per week worden opgenomen in het dagelijks leven van kinderen en adolescenten. Voorbeelden van activiteiten voor jongere kinderen zijn springen, klimmen en gymnastiek, terwijl voor oudere kinderen en adolescenten de programma's voor krachttraining onder toezicht kunnen worden overwogen, waarbij de nadruk ligt op het ontwikkelen van de juiste oefentechniek. Belangrijk is dat het wordt aanbevolen om de hoeveelheid tijd die zittend doorgebracht wordt, met name de hoeveelheid recreatieve schermtijd, te beperken in het dagelijks leven van kinderen en adolescenten (WHO, 2020). Lichamelijke activiteit is aangeleerd gedrag . Basisbewegingsvaardigheden zoals rennen, springen en gooien dienen als bouwstenen voor een leven lang fysieke activiteit. Kinderen die deze vaardigheden niet vroeg in hun leven ontwikkelen, zullen minder snel voldoen aan de aanbevelingen voor dagelijkse lichaamsbeweging later in hun leven (Tammelin et al.,

RkJQdWJsaXNoZXIy MjQzMTQ4