FITeens Toolkit

14 Werk in tweetallen en kleine groepen vergemakkelijken dit proces. Leraren moeten de sporters of leerlingen ook uitleggen welke taken ze moeten uitvoeren, zodat ze de kans krijgen om de beste manier van presteren te kiezen. Bovendien zal het werken in kleine groepen (rekening houdend met het expertiseniveau van leerlingen) sociale banden creëren en samenwerking tussen leeftijdsgenoten stimuleren, om verbondenheid te ontwikkelen. Wat betreft de ontwikkeling van meer autonoom gedrag, is het belangrijk om de intrinsieke motivatie te bevorderen, door de stijl van lesgeven te individualiseren en aan te passen aan de kenmerken en het niveau van de prestaties van de leerlingen, en door hen aan te moedigen actief deel te nemen aan het besluitvormingsproces. Leerkrachten moeten met name proberen, waar mogelijk, leerlingen aan te spreken met rationele en logische verklaringen van het belang van lichaamsbeweging, om de ontwikkeling van de geïdentificeerde regelgeving te vergemakkelijken. Mensen hebben de neiging om te herhalen wat plezier en plezier geeft, daarom moeten sportprofessionals of leraren hun best doen om activiteiten te plannen met dit in gedachten. Kortom, lichaamsbeweging zou een sleutelrol kunnen spelen in de strijd tegen hoge inactiviteitspercentages en sedentaire levensstijlen, vooral onder kinderen en adolescenten. De resultaten van verschillende onderzoeken (Cid et al., 2019) benadrukken het belang van drie variabelen: autonoom motivatieklimaat, bevrediging van psychologische basisbehoeften (vooral competentie) en zelfbepaalde motivatie. Als zodanig moeten leraren hun professionele activiteit plannen en ontwikkelen met het idee dat een autonoom motiverend klimaat de inspanning, doorzettingsvermogen, cognitie, emoties en gedrag van de leerlingen kan beïnvloeden (Rodrigues et al., 2018), en ze moeten zich bewust zijn van het promoten van zelfbewustzijn. -vastberaden motivatie, als een manier om de intentie van individuen om fysiek actief te zijn of te blijven te vergroten (Monteiro et al., 2018). Deze uitleg van het motiverende proces van fysieke activiteit is een voorbeeld dat kan worden toegepast op elk ander gezondheidsgerelateerd gedrag.